Structurele kosten 2024

Structurele regeldrukkosten per maand, onderverdeeld naar nationale en Europese regelgeving 2024 (stand augustus)

Structurele regeldrukkosten per maand, onderverdeeld naar nationale en Europese regelgeving 2024 (stand augustus) De grafiek ontbreekt omdat de grafiek de schaalbaarheid van de ontwikkeling niet goed weergeeft.
NationaalEuropees
Januari€ -34.763.427,00€ 849.964.000,00
Fabruari€ -€ -
Maart€ -€ -
April€ 1.776.211,00€ -
Mei€ 681.368€ -
Juni€ -€ -
Juli€ 3.160.100€ 1.040.725
Augustus
September
November
December
Totaal€ -29.145.748,00€ 851.004.725,00
Brontabel als csv (344 bytes)

Toelichting

De totale structurele regeldrukkosten als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving voor de maanden januari tot en met augustus komen uit op €821,9 miljoen. Dat bestaat uit een toename met  €851 miljoen als gevolg van Europese regelgeving en een afname met iets meer dan €29 miljoen door nationale regelgeving. In de maand juli was er sprake van een toename van 4,2 miljoen aan structurele kosten.  In augustus zijn er geen structurele kosten bijgekomen.

Grootste toenames structurele kosten in 2024 (stand augustus)

Grootste toenames structurele kosten in 2024
Regeling Toename Ministerie EU-gerelateerd?
1 Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik - 2e tranche -  Exploitanten die voedsel of drank verstrekken voor consumptie binnen de locatie (ter plaatse) €849.964.000 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ja
2 Besluit bouwwerken leefomgeving €47.300.680 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nee
3 Wijzigingsbesluit financiële markten 2023 €5.237.565 Ministerie van Financiën Nee
4 Wijziging Besluit activiteiten leefomgeving (beperken van emissies kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit) €2.669.600 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Nee
5 Belastingplan 2024 €1.941.000 Ministerie van Financiën Nee

Toelichting

De volgende regelingen veroorzaakten in 2024 tot nu toe (stand augustus) de grootste toenames aan structurele regeldrukkosten. 

1. Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik - 2e tranche -  Exploitanten die voedsel of drank verstrekken voor consumptie binnen de locatie (ter plaatse)

Vanaf 1 januari 2024 is het bij consumptie ter plaatse verboden om bekers en voedselcontainers die plastic bevatten voor eenmalig gebruik te gebruiken . De inschatting van de regeldrukkosten als gevolg van deze regeling zijn maximum bedragen als een bedrijf een volledige omslag van wegwerp naar herbruikbaar maakt. Het is bijvoorbeeld niet bekend hoeveel bedrijfskantines al jaren gebruik maken van herbruikbaar servies. En dus als gevolg van deze regelgeving geen of minimale aanpassingen hebben moeten doen. Ook hangen de regeldrukkosten erg af van het type oplossing dat men kiest. Ter illustratie: een werkgever kan de werknemer vragen voortaan een eigen mok mee te nemen naar kantoor (beperkte kosten) of kan een herbruikbare beker aanbieden, op elke verdieping, met een wasservice (hogere kosten). Er is een beperkte uitzondering op dit verbod: het aanbieden van hoogwaardig recyclebare alternatieven is toegestaan, als wordt voldaan aan een verplichte inzamelingsdoelstelling en als dit gemeld wordt bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Zie voor meer informatie de toelichting bij deze regeling.

In het najaar van 2023 heeft de Tweede Kamer moties aangenomen over het uitbreiden van deze uitzondering op het verbod, waarmee ook papieren en kartonnen wegwerpbekers met een plastic laagje  hier – onder voorwaarden – onder zouden vallen. De staatssecretaris van IenW heeft in een Kamerbrief van 14 december aangegeven de keuze over de uitvoering van deze moties aan haar opvolger te laten. In de tussentijd zal de ILT op aanwijzing van de staatssecretaris van IenW de onderdelen waar de moties over gaan tijdelijk niet handhaven. Dat betekent dat papieren en kartonnen bekers en voedselverpakkingen die maximaal 5% kunststof bevatten, onder voorwaarden ook zijn toegestaan. Eén van deze voorwaarden is dat exploitanten van uitgiftelocaties voor voedsel en drank, het gebruik van deze bekers en voedselverpakkingen moeten melden. Dat kan bij de ILT via dit formulier. Meer informatie is te vinden op de ILT-webpagina Kunststofproducten voor eenmalig gebruik.   

2. Besluit bouwwerken leefomgeving

Met ingang van 1 januari 2024 is de Omgevingswet officieel van kracht gegaan. Deze nieuwe wet heeft als voornaamste doel om diverse voorschriften te bundelen, aangezien deze momenteel verspreid zijn over verschillende wetten, regels en procedures. Het recentelijk ingevoerde Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) valt ook binnen dit kader als vervanger van het Bouwbesluit 2012. Vanaf staan hierin de regels waaraan bouwwerken moeten voldoen. Een van de meest opvallende veranderingen in het Bbl betreft de structuur van de wetgeving. Het bevat nu afzonderlijke hoofdstukken voor elke bouwfase, waaronder nieuwbouw, bestaande bouw en verbouw. In tegenstelling tot het verleden, waarin deze fasen in één afdeling van het Bouwbesluit 2012 werden samengevoegd, is er nu meer gedetailleerde aandacht voor elke specifieke fase van het bouwproces. De regeldrukkosten komen voort uit verplichtingen in verband met onder andere de aanscherping van de schileisen van tijdelijke woningen, brandveiligheid parkeergarages, de erkenning en certificering van kwaliteitsborgers voor gevolgklasse 1 en verplichtingen omtrent veiligheidscoördinator, veiligheidsplan en veiligheidsmatrix. Zie voor meer informatie de integrale Nota van Toelichting bij het Besluit.

3. Wijzigingsbesluit financiële markten 2023

Het besluit is een verzamelbesluit dat onderdeel uitmaakt van een jaarlijkse wijzigingscyclus van wet- en regelgeving op het terrein van (toezicht op) de financiële markten. Onder meer wordt voorzien in specifieke waarborgen voor geautomatiseerd advies, het vervallen van de vergunningsplicht voor Europees Nederlandse banken die eurorekeningen aanbieden aan bewoners van Caribisch Nederland en een verplichting tot het actief informeren van de consument over de provisie bij een schadeverzekering (actieve provisietransparantie). Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit

4.  Wijziging Besluit activiteiten leefomgeving (beperken van emissies kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit)

Deze wijziging heeft als doel de emissies in de lucht van kooldioxide door woon-werkmobiliteit en zakelijke (personen)mobiliteit te verminderen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de uitstoot van werkgebonden personenmobiliteit moet worden teruggebracht, dit met als einddoel dat deze uitstoot in 2050 is teruggebracht tot 0. Om dit doel in 2050 te bereiken wordt de komende jaren stapsgewijs toegewerkt naar een reductie van de uitstoot. Eén van die stappen is dat er vanaf 1 januari 2024 een maximum voor wat betreft de CO2-uitstoot van werkgebonden mobiliteit geldt, dit voor alle bedrijven gezamenlijk. De komende jaren wordt bijgehouden of dit plafond wordt behaald. Als dat niet het geval blijkt te zijn, dan gaat er een maximumuitstoot per werkgebonden kilometer gelden (namelijk: 96 gram in kalenderjaargemiddelde per zakelijke reizigerskilometer, zie art. 18.2, lid 2 Besluit activiteiten leefomgeving, ‘Bal’). Om te kunnen beoordelen of aan de gestelde eisen wordt voldaan moeten ondernemingen met meer dan 100 werknemers een kilometerregistratie bij gaan houden van hun werknemers. Dit geldt zowel voor het woon-werkverkeer als voor de zakelijke kilometers. Medio 2025 moet ieder bedrijf (met meer dan 100 werknemers) de desbetreffende kilometeradministratie rapporteren bij RVO. Over de wijze waarop dat moet gebeuren, heeft RVO een handreiking opgesteld (Gegevensverzameling werkgebonden personenmobiliteit (rvo.nl). 
Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit.  
 

5. Belastingplan 2024

Dit verzamelwetsvoorstel bevat het inkomensbeleid voor het jaar 2024 en fiscale maatregelen met (budgettaire) gevolgen die samenhangen met de begroting voor het jaar 2024. Zie voor meer informatie de Memorie van Toelichting bij het Belastingplan

Grootste afnames structurele kosten in 2024 (stand augustus)

Grootste afnames van structurele kosten in 2024
Regeling Afname Ministerie EU-gerelateerd?
1 Besluit kwaliteit leefomgeving €24.630.000 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Nee
2 Besluit activiteiten leefomgeving €18.522.172 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Nee
3 Invoeringsbesluit Omgevingswet €15.100.000 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nee
4 Omgevingswet €13.100.000 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Nee
5 Besluit bouwwerken leefomgeving €10.865.000 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nee

Toelichting

De volgende regelingen veroorzaakten in 2024 tot nu toe (stand augustus) de grootste afnames aan structurele regeldrukkosten.

1. Besluit kwaliteit leefomgeving

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De wet gaat over de fysieke leefomgeving en activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor die leefomgeving. De wet vervangt 26 wetten, zoals de Wabo, de Wet ruimtelijke ordening, de Waterwet en de Wet natuurbescherming. Vele tientallen uitvoerings-amvb’s worden vervangen door het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) bevat omgevingswaarden van het Rijk voor lucht-, zwemwater- en waterkwaliteit. Ook bevat het Bkl instructieregels van het Rijk, die moeten worden gevolgd bij het opstellen van programma’s, omgevingsplannen, projectbesluiten, waterschaps- en omgevingsverordeningen. Aanvragers en vergunningverleners vinden in het Bkl de regels voor het beoordelen van aanvragen om omgevingsvergunningen (beoordelingsregels), de daarin op te nemen voorschriften en regels over het actualiseren, wijzigen en intrekken van omgevingsvergunningen. Zie dit onderzoek voor meer informatie over de financiële effecten hiervan

2. Besluit activiteiten leefomgeving

De nieuwe Omgevingswet is sinds 1 januari 2024 van kracht. De wet bundelt en moderniseert de regels voor de leefomgeving. In de Omgevingswet speelt het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) een belangrijke rol. In de Omgevingswet staat wat een milieubelastende activiteit is. Het Bal wijst aan voor welke milieubelastende activiteiten de rijksregels gelden. Burgers, bedrijven en overheden moeten zich aan de regels houden als ze milieubelastende activiteiten uitvoeren. In bepaalde gevallen is ook een omgevingsvergunning nodig. De voorwaarden hiervoor staan in de Omgevingswet. Zie dit onderzoek voor meer informatie over de financiële effecten hiervan.

3. Invoeringsbesluit Omgevingswet

Het Invoeringsbesluit zorgt voor het overgangsrecht en voor het intrekken of wijzigen van andere besluiten. Het overgangsrecht regelt de overgang van de oude regelgeving naar het nieuwe stelsel van de Omgevingswet. Bijvoorbeeld wat de status is van besluiten onder het oude recht. Ook regelt het overgangsrecht hoe procedures die onder het oude recht zijn gestart, worden afgehandeld onder de Omgevingswet. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij het Besluit

4. Omgevingswet

De Omgevingswet bundelt 26 wetten en tal van regels en voorschriften over onze fysieke leefomgeving in één wet. Procedures worden gestroomlijnd, regelgeving geharmoniseerd en in veel gevallen worden beslistermijnen versneld. De wet regelt verder een digitaal stelsel en een digitaal loket. Het digitaal stelsel helpt bij het inzichtelijk maken welke regels er in een bepaald gebied gelden en biedt een loket waar vergunningen kunnen worden aangevraagd. Zie voor meer informatie de Memorie van Toelichting bij deze wet of de website www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl

5. Besluit bouwwerken leefomgeving

Met ingang van 1 januari 2024 is de Omgevingswet officieel van kracht gegaan. Deze nieuwe wet heeft als voornaamste doel om diverse voorschriften te bundelen, aangezien deze momenteel verspreid zijn over verschillende wetten, regels en procedures. Het recentelijk ingevoerde Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) valt ook binnen dit kader als vervanger van het Bouwbesluit 2012. Vanaf staan hierin de regels waaraan bouwwerken moeten voldoen. Een van de meest opvallende veranderingen in het Bbl betreft de structuur van de wetgeving. Het bevat nu afzonderlijke hoofdstukken voor elke bouwfase, waaronder nieuwbouw, bestaande bouw en verbouw. In tegenstelling tot het verleden, waarin deze fasen in één afdeling van het Bouwbesluit 2012 werden samengevoegd, is er nu meer gedetailleerde aandacht voor elke specifieke fase van het bouwproces. De reductie van regeldrukkosten heeft te maken met de erkenning en certificering van kwaliteitsborgers voor gevolgklasse 1. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij het Besluit.