Totaal eenmalige kosten periode 2018 - 2024

Toelichting

In de periode 2018 – 2024 kwamen de eenmalige kosten als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving uit op ongeveer € 2,3 miljard. Het gaat hierbij om het totaal van de regeldrukkosten als gevolg van zowel nationale als Europese regelgeving. De eenmalige regeldrukkosten als gevolg van nationale regelgeving bedroegen in deze periode € 1,19 miljard. Europese regelgeving veroorzaakte in deze periode € 1,14 miljard aan eenmalige regeldrukkosten.

Eenmalige kosten per jaar (2018 - 2024)

Toelichting

In de periode 2018 – 2024 waren de eenmalige kosten in 2019 en 2020 het hoogst. In 2019 was er sprake van eenmalige kosten van € 642 miljoen. In 2020 kwamen de eenmalige kosten uit op € 894 miljoen. In 2024 waren de eenmalige regeldrukkosten ongeveer € 239 miljoen. Het gaat hierbij om het totaal van de regeldrukkosten als gevolg van zowel nationale als Europese regelgeving.

Eenmalige kosten per jaar, onderverdeeld naar nationale en Europese regelgeving (2018 - 2024)

Toelichting

Deze grafiek laat de verdeling van eenmalige kosten per jaar zien onderverdeeld naar nationale en Europese regelgeving in de periode 2018 – 2024.

Grootste toenames eenmalige kosten periode 2018 - 2024

Grootste toenames eenmalige kosten periode 2018 - 2023
RegelingToenameMinisterieEU-gerelateerd?
1Wijziging Bouwbesluit 2012 i.v.m. Implementatie EPBD III€473.000.000Ministerie van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesJa
2Besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen €440.000.000Ministerie van Economische Zaken en KlimaatNee
3Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik - 2e tranche - Exploitanten die voedsel of drank verstrekken voor consumptie binnen de locatie (ter plaatse)€123.006.240Ministerie van Infrastructuur en WaterstaatJa
4Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten€99.000.000 Ministerie van FinanciënJa
5Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn €93.167.200Ministerie van FinanciënJa

Toelichting

De volgende regelingen veroorzaakten in de periode 2018 - 2024 de meeste eenmalige regeldrukkosten.

1. Wijziging Bouwbesluit 2012 i.v.m. implementatie EPBD III

Dit wijzigingsbesluit geeft invulling aan de verplichtingen die voortvloeien uit richtlijn 2018/844/EU (tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen of EPBD III). EPBD III bevat onder andere eisen op het gebied van energieprestatie en van systeemeisen technische bouwsystemen, documentatie van energieprestatie van technische bouwsystemen, laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer, keuringsplicht verwarmings- en koelingssystemen en eisen aan gebouw-automatiserings- en controlesystemen. Deze bepalingen reduceren het (fossiele) energiegebruik in gebouwen. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit.

2. Besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen 

Dit besluit geeft gemeenten en provincies een mogelijkheid om hoogspanningsnetwerken te verkabelen of te verplaatsen. De regeldruk die bij dit besluit hoort hangt af van de keuzes die gemeenten en provincies maken. Bij een ongewijzigde situatie komt er geen regeldruk uit dit besluit. De regeldrukkosten komen dan terecht bij de netbeheerder die deze kosten voor een groot deel kan verrekenen in de kosten van transport voor elektriciteit. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij de Besluit.

3. Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik - 2e tranche - Exploitanten die voedsel of drank verstrekken voor consumptie binnen de locatie (ter plaatse)

Voor exploitanten die voedsel en dranken voor consumptie ter plaatse aanbieden in kunststofproducten voor eenmalig gebruik, geldt vanaf 1 januari 2024 een verbod op het verstrekken van bekers en voedselcontainers voor eenmalig gebruik. Er geldt een beperkte uitzondering op dit verbod. Indien een exploitant de wegwerpproducten weer inzamelt en aanbiedt voor hoogwaardige recycling is een uitzondering op dit verbod van toepassing. De exploitant die van deze uitzondering gebruik wil maken, dient wel:

  1. voorafgaand expliciet melding te maken bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (“ILT”);
  2. zorg te dragen voor een goedwerkend retour- of inzamelsysteem; en
  3. aantoonbaar de minimumpercentages voor gescheiden inzameling te bereiken.

Zie voor meer informatie de toelichting bij deze regeling.

4. Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten

Dit wetsvoorstel regelt de verplichting tot het bijhouden en centraal registeren van informatie over de uiteindelijk belanghebbende (in het Engels ‘ultimate beneficial owner’, afgekort UBO) van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten. Deze verplichting vloeit voort uit de vierde Europese anti-witwasrichtlijn. De richtlijn verplicht ertoe dat vennootschappen en andere juridische entiteiten toereikende, accurate en actuele informatie over hun UBO’s inwinnen en bijhouden. Daaronder vallen onder andere detailgegevens over de door de uiteindelijk belanghebbenden gehouden economische belangen. Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze wet.

5.Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Dit wetsvoorstel regelt de implementatie van Richtlijn (EU) nr. 2015/849/EC om te voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering. Hierbij gaat het om de verplichting om cliëntenonderzoek te verrichten en de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financiële inlichtingen eenheid (FIU). Het toepassingsbereik van de richtlijn wordt uitgebreid naar nieuwe categorieën instellingen: de aanbieders van kansspeldiensten en personen die beroeps- of bedrijfsmatig in goederen handelen en waarbij contante betalingen worden gedaan of ontvangen van € 10.000 of meer. Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze wet.