Eenmalige kosten 2022

Totaal eenmalige kosten 2022

Totaal eenmalige kosten 2022
Totaal eenmalige kosten in €
Totaal€ 115.043.507
Nationaal€ 38.911.316
Europees€ 76.132.191
Brontabel als csv (113 bytes)

Toelichting

De totale eenmalige regeldrukkosten als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving kwamen in 2022 uit op € 115 miljoen. Daarvan komt bijna € 39 miljoen door nationale regelgeving en € 76 miljoen door Europese regelgeving.

Grootste toenames eenmalige kosten in 2022

Grootste toenames eenmalige kosten in 2022
Regeling Toename Ministerie EU-gerelateerd?
1 Implementatiewet Richtlijn modernisering consumentenbescherming 2019/2161 €45.000.000  Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Ja
2 Wijziging Telecommunicatiewet i.v.m. implementatie Telecomcode  €20.800.000   Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Ja
3 Wijziging Besluit huurprijzen woonruimte (maximering WOZ-waarde in WWS)  €16.000.000   Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Nee
4 Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet  €7.400.000  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Nee
5 Wijziging AIB, Dagloonbesluit en Schattingsbesluit in verband met individueel keuzebudget €7.000.000 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nee

Toelichting

De volgende regelingen veroorzaakten in 2022 de meeste eenmalige regeldrukkosten.

1. Implementatiewet Richtlijn modernisering consumentenbescherming 2019/2161

Deze wet implementeert de verplichtingen uit de Europese Richtlijn modernisering consumentenbescherming. De informatie- en transparantieverplichtingen in de Richtlijn richten zich vooral op online handelaren en aanbieders van onlinemarktplaatsen. Hiermee sluiten de Europese consumentenregels beter aan bij nieuwe technologieën en marketingmethoden. Ook wordt zo een stap gezet om de consument beter te beschermen in een snel veranderende online omgeving. Zie voor meer informatie de Memorie van Toelichting bij deze wet.

2. Wijziging Telecommunicatiewet i.v.m. implementatie Telecomcode

Dit wetsvoorstel regelt de wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/1972. Er worden diverse verplichtingen geïntroduceerd voor bedrijven: 3 telecomproviders met een eigen mobiel netwerk in Nederland, 44 glasvezelbedrijven, 125 Mobile Virtual Network Operators (MVNO’s) en Voice over Internet Protocol (VoIP)-bedrijven, en 5 ‘Over The Top (OTT)’-bedrijven die telecomdiensten over het internet aanbieden (interpersoonlijke communicatiediensten). Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze wetswijziging.

3. Wijziging Besluit huurprijzen woonruimte (maximering WOZ-waarde in WWS)

Dit besluit regelt de koppeling tussen de maximering van het WOZ-puntenaandeel en een vast puntenaantal genoemd in het Besluit huurprijzen woonruimte. Verhuurders zullen rekening moeten houden met wijzigingen in de puntenwaarderingen voor woningen. Hieraan zijn eenmalige kosten verbonden vanwege kennisname van de regeling en de aanpassing van hun. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit besluit.

4. Aanvullingbesluit natuur Omgevingswet

Dit besluit regelt dat een groot deel van de Wet natuurbescherming – samen met de regels van het Besluit natuurbescherming – wordt opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving en het Omgevingsbesluit. Dit besluit leidt tot eenmalige kosten omdat bedrijven kennis moeten nemen van de nieuwe vindplaats van de bekende regels tussen de verschillende algemene maatregelen van bestuur van de Omgevingswet.  Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit besluit.

5. Wijziging AIB, Dagloonbesluit en Schattingsbesluit in verband met individueel keuzebudget

Dit wijzigingsbesluit past bepalingen aan in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten, het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen, het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten, en het Besluit SUWI aan arbeidsvoorwaarden. Dit leidt tot een opbouw van een deel van het loon tot een later moment van uitbetaling. Het zorgt voor doorgaans periodiek regelmatige opbouw van een bedrag aan toekomstig loon dat later wordt uitbetaald (opname). Het gaat hierbij om arbeidsvoorwaardenbedragen die bekend staan onder de benaming individueel keuzebudget (IKB), persoonlijk keuzebudget, employee benefit en vergelijkbare benamingen. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit.